Als wordt nagedacht over de mogelijke calamiteiten en hoe de BHV-organisatie hierbij de ontruiming ordentelijk kan laten verlopen, kan ook worden beoordeeld of de aanwezige voorzieningen een ondersteunende rol hebben of juist tegengesteld werken. Bijvoorbeeld omdat deuren opeens niet meer toegankelijk zijn, of omdat liften die dagelijks worden gebruikt niet meer werken omdat deze worden uitgeschakeld.
Het kan ook zijn dat u er achter komt dat er wellicht aanvullende voorzieningen moeten komen om veilig vluchten mogelijk te maken.
De NEN8112 uit 2010 geeft een goede leidraad voor het opstellen van ontruimingsplannen voor een diversiteit aan verschillende gebouwen of beter gezegd aan gebouwen met diverse gebruiksfuncties. U kunt zich voorstellen dat een winkelcentrum op een andere wijze wordt ontruimd dan bijvoorbeeld een verzorgingshuis, een kinderdagverblijf of een kantoorpand. Ook belangrijk is om te weten of er gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. Dit kunnen ook brandbare middelen als wasbenzine of schoonmaak producten zijn maar bijvoorbeeld ook opslag van zuurstof of chemicaliën.
Veelal beseffen organisaties pas achteraf dat de voorzieningen in het pand dat de BHV organisatie in beginsel wel is vormgegeven, maar dat gedurende de tijd de BHV organisatie niet is meegegroeid met de rest van de organisatie.
Derhalve is het raadzaam om het ontruimingsplan met enige regelmaat te evalueren.
Los van het feit dat een ontruimingsplan inzichtelijk maakt hoe de diverse voorzieningen in uw pand functioneren in samenspraak met de BHV organisatie. Is het ook een wettelijke verplichting om een ontruimingsplan te hebben indien uw pand is voorzien van een brandmeldinstallatie en een ontruimingsalarm installatie.